Ronald Plasterk is in zijn eigen onzekere kuil getrapt
"Ome Roon" wilde links redden met wetenschap, maar hij redt nu feitenvrij rechts met pseudowetenschap
(Dit bier is intelligent ontworpen. Proost)
In mijn studentenjaren las ik graag de column van Ronald Plasterk in de Volkskrant. Toegegeven, de columns waren vaak wat abrupt van redenering, maar zijn tirades tegen het invoeren van Intelligent Design in het middelbaar onderwijs waren een soort gelijkhebberijporno in mijn ochtendkrant. (Intelligent Design liep dus dood, tot mijn eigen stomme verbazing. Voor de jongere lezers: het is het idee dat er “iets” is dat het leven intelligent ontworpen moet hebben.)
Plasterk had daarnaast een uitgesproken hekel aan alfa’s, en vond alleen bètawetenschap echt wetenschap. Dat verbaasde mij toen al: waarom zou je wetenschap die buiten je eigen discipline valt, zo de grond in willen trappen?
Het antwoord kreeg ik toen ik eens huilend een krijsend duur telefoontje pleegde in de Auvergne, met een mobiele telefoon, naar een vast nummer in Nederland. Ik was een studente, en dat telefoontje kostte zo veel als een avond op een terras zitten, maar de geestelijke nood was erg hoog. Ik was toen bezig met onderzoek naar een Latijnse vervalste kroniek, die bedoeld was om edellieden op te zwepen op kruistocht te gaan. Kortom, een literair onderzoek. Aan tafel zaten ook historici, wat nuffige types, minstens tien jaar ouder dan ik. Ze schamperden: wat zit je onderzoek te doen naar verhaaltjes? Je moet onderzoek doen naar hoe het echt was! Ik vind dit zonde van ons onderzoeksgeld! Wat krijg je eigenlijk voor dit onderzoek?
Ik was nog maar een hinde, emotioneel nog wat wankel op de pootjes. Huilend belde ik mijn hoogleraar. Hij zei: “Kereltje toch!” (Hij noemde me altijd kereltje of jochie, omdat hij me wel liefkozend wilde toespreken, maar zonder dat het seksistisch of opdringerig werd). “Ventje, alleen mensen die onzeker zijn over hun eigen positie vinden het nodig om andermans positie af te fakkelen.” En dat hielp.
In dat licht bezien is Plasterks houding gemakkelijk te verklaren. Vooral praktische bèta’s, zoals Plasterk, hebben vaak een zelfvertrouwenprobleem; vraag me niet waarom, want hun vakgebied is boeiend en er lopen alleraardigste mensen rond. Toch is me vaker opgevallen dat deze aanvallende houding veel voorkomt bij de praktijkwetenschappers.
Dit past overigens naadloos in hoe ik Plasterk ken: vele jaren later ontmoette ik hem, toen nog Kamerlid voor de PvdA. Een angstige studente was totaal vastgelopen, want haar ouders steunden haar ambities niet, ze wist niet meer waar ze om hulp kon vragen en ook op de fractie vond ze weinig gehoor, want ze was ambitieus en ze wilde haar eigen ruiten niet ingooien. Plasterk kwam binnen, zag me een plan maken met de studente, trok zijn neus op en zei: “Maar jij hebt toch helemaal geen hulp nódig?” Dit resulteerde, hoe kan het ook anders, in een paniekaanval bij de studente, maar toen was ome Roon alweer weg. Dat zelfvertrouwen iets maakbaars is, kwam bij Plasterk niet op.
Nu is Plasterk een PvdA’er zonder zelfvertrouwen. De PvdA zou moeten staan voor gelijkwaardigheid, solidariteit, emancipatie van de arbeiders, democratisering van de instituten - maar zo ziet Plasterk dat niet. In 2017 belde hij Merijn Oudenampsen, een socioloog en politicoloog (gamma! alfa!!!!) om hem te vragen waar het heen moest met de tanende PvdA-cijfers. Uiteraard accepteerde Plasterk het antwoord niet, maar wilde het tegenovergestelde: vissen in de troebele kant van de politieke poel, waar modder en rotte bladeren van de wetenschapsontkenning en de buitenlanderhaat als enige willen groeien.
Pseudowetenschap is een groot probleem, zo bewijst de hele comploterette in tien aktes ons. Wat het beste werkt? Dat vertelt recent meta-onderzoek ons: kritisch leren omgaan met macht, bronnen en intenties. Mensen die in pseudowetenschap en complotten geloven zijn goedgelovig en naïef, ook al noemen ze zichzelf nog zo hard “kritisch”. Je kunt leerlingen en studenten intenten tegen pseudowetenschap, desinformatie en nepnieuws, om zo de complotmakelaars de zeilen uit de wind te nemen. Dan hoef je niks te verbieden of te censureren, dan verkoopt zo’n wensdenkschotschrift als De Stikstoffuik helemaal niet meer.
Ronald Plasterk is, dat verbaast helemaal niet, groot fan van het boek. Hij schreef zelf de aanbevelingstekst op de website van de uitgever:
‘De enkeling die in de alfahel het betahoofd koel hield en vanaf het begin nuchter en kritisch is geweest, is de fysicus en wetenschapsjournalist Arnout Jaspers,’ zegt bioloog en oud-minister Ronald Plasterk. ‘In dit verstandige boek vol nuttige feiten toont hij de absurditeit van het beleid aan. Iedereen zou het moeten lezen, zeker elke politicus of politiek geïnteresseerde.’
(Nadruk door mij geplaatst). Bron
Hier vergeet Ronald Plasterk dat onderzoek naar stikstof is gedaan door bètawetenschappers, en de effecten van de afzet op natuur grondig is onderzocht. De meeste critici van het stikstofbeleid hebben juist géén onderzoeksachtergrond. Arnout Jaspers is natuurkundige, en dus niet gespecialiseerd in stikstofafzettingen en ecosystemen. Plasterk zelf is weliswaar bioloog, maar gespecialiseerd in moleculaire genetica, niet in ecosystemen. Plasterk walst hier dus over de enige mensen die we op dit vlak moeten geloven heen: de ecologen die onderzoek doen naar stikstof. Nou, wat een “alfahel” zou dat zijn, Roon?
Als Plasterk zijn zelfvertrouwenprobleem aan de kant had gezet en keurig zijn pseudowetenschapsvaccin had gehaald, had hij gezien dat het boek door mensen die er wèl voor hebben geleerd wordt ontmaskerd als politiek pamflet dat in jammerlijk geëutrofieerde, met wetenschapswantrouwen overbemeste aarde is gevallen. Plasterk trapte in zijn eigen fuik, en is nog rechts van Intelligent Design gaan staan. En dat voor een hoogleraar van de PvdA.
Maar wat is er mis met Affligem? Of zijn die ook bezoedeld door Plasterk?