Geen enkel schip kan de wal aan. Ieder schip, of het klein is of groot, dat tegen de wal opvaart, wordt gestuit, soms met forse averij. Ieder schip dat rechtdoor vaart wordt uiteindelijk gestuit door de tegenkracht van de wal, hoe sterk de motoren ook zijn. Zelfs het beste schip is beperkt door de grenzen van de zee. Waar op landkaarten de zeegrenzen oningevulde blauwe massa is, is de wal op de zeekaart de absolute grens. Je kunt wellicht een riviermonding in, maar ook die is eindig en zeer beperkt in omvang. Een schip is beperkt door de wal.
Iedere perfectionist loopt tegen grenzen aan: de realiteit haalt het ideaal van perfectie simpelweg in. Zoals een schip in vrijheid is beperkt door de wal, is een persoon beperkt in mogelijkheden. Iemand die een scriptie schrijft kan eindeloos herschrijven en verbeteren, maar op een gegeven moment komt de deadline: de wal keert het schip. Een student kan proberen een dik studieboek uit het hoofd te leren, maar dat vreet zo veel tijd, dat de student zakt voor het tentamen omdat hij 90% van de stof niet kon bestuderen. Het perfectionistische schip vervloekt de wal: als de wal van de deadline of de tentamendatum er niet was geweest, was perfectie mogelijk geweest, was de hele globe bevaarbaar en veroverbaar.
Perfectionistische studenten leren leven met deze wallen en leren doorgaans hun schip bij te sturen, soms net op tijd, soms net te laat, met schade tot gevolg. Hiermee leren perfectionistische studenten dat de zee van mogelijkheden eindig is, en beperkt wordt door tijd, of geld, of energie. Dit is niet de beste of meest prettige manier om je standaarden naar beneden bij te schroeven, maar het is enigszins effectief: je krijgt een meer realistisch beeld van welke inspanning past bij welk doel.
Maar wat als er nu geen wal was? Wat als je eindeloos door kon gaan met je hang naar perfectie? Wat als de motor van het schip zo sterk was, dat het een eg kon trekken over land, en door kon varen tot de top van de Alpen? Deze situatie komt in de natuurlijke wereld niet voor, je moet toch een keertje een mailtje van je opleiding beantwoorden of je inschrijving voor je vakken voltooien. Maar ik heb wel studenten gehad die bijna onkeerbare schepen waren.
Deze studenten zijn erg zeldzaam – fysiek uitermate gezond, enorm vermogend, geliefd en zeer intelligent, maar ook perfectionistisch. Zij kunnen bijna elk probleem weg laten gaan door er geld tegenaan te gooien: collegegeld kun je blijven betalen, en als je nooit hoeft te werken, kun je eeuwig doorschrijven aan je scriptie, tot hij perfect is. Als je op vijf sporten wil met de beste personal trainer tot je de perfecte atleet bent, dan kan dat. Als je iets wat je niet bevalt aan je lichaam kunt laten corrigeren door een chirurg, dan doe je dat, tot je er perfect uit ziet. De meeste mensen hebben geen bodemloze kisten geld, gezondheid en intelligentie om te spenderen aan perfectie, maar er zijn mensen die wel in die situatie zitten, vaak ook tot hun eigen gêne.
Is dit benijdbaar? Als je niet weet waar je volgende maaltijd vandaan moet komen, is deze situatie zeker benijdbaar. Als je niet kunt rekenen op je gezondheid, of op je veiligheid, of op je plaats in de wereld, ben je zeker slechter af dan deze onkeerbare schepen. Maar zouden deze mensen hun leven een 10 als rapportcijfer geven? Integendeel: deze mensen geven (meestal zeer beschroomd) hun leven een mager drietje.
Hoe kan dat? Deze perfectionisten kunnen hun perfectionisme helemaal tot in de puntjes uitleven. Ze hebben tijd, geld en capaciteit om het perfecte systeem te bedenken voor het studeren voor tentamens, schrijven van stukken, en inschakelen van experts om mee te denken. Je zou dus zeggen dat ze alles op orde hebben op het niveau dat ze zelf willen.
Helaas. Dit heeft te maken met drie wetmatigheden van perfectionisten:
1. Een perfectionist die zijn eigen bijna onmogelijke standaard bereikt, verhoogt deze standaard gelijk: de standaard was kennelijk niet hoog genoeg.
2. Een perfectionist legt de lat zo hoog dat deze overweldigend en ontmoedigend hoog is
3. De regels die de perfectionist zichzelf oplegt zijn zo rigide, dat falen onvermijdbaar is.
Een voorbeeld uit de praktijk. Willem is een jongeman die ogenschijnlijk alles voor elkaar heeft: hij is onredelijk rijk voor zijn leeftijd, zeer sportief, aantrekkelijk, sociaal en verbaal heel sterk, intelligent, studeert aan een prestigieuze universiteit, vanuit een liefhebbende familie die hem in alles steunt. Willem wil graag cum laude afstuderen. Hij staat met zijn cijfers er al goed voor. Toch doet hij al vier jaar over zijn scriptie: het is nooit groots, ambitieus, geraffineerd genoeg.
Willem wil de beste scriptie schrijven die er is te schrijven over zijn onderwerp. Hij schrijft en schrapt en schrijft en schrapt. Omdat hij telkens zijn grenzen van zijn eigen verwachtingen net buiten zijn bereik legt, is het nooit goed genoeg. Hierdoor raakt hij begrijpelijkerwijs gefrustreerd. Iemand die elke taak van zichzelf ongedaan maakt, presteert nooit wat. Willem leert zichzelf aan dat iedere inspanning toch geen nut heeft. Zo zakt hij weg in cynisme en lethargie.
Ik leef mee met Willem, maar Willem accepteert dit niet: hij snapt heus wel dat hij bijna uit zijn voegen barst van de privileges en hij vindt dat hij, meer dan wie dan ook, de wereld moet zegenen met de beste scriptie die er uit zijn krachtige brein kan komen, zelfs als het proces het zo veel tijd, moeite, en vooral welzijn kost dat hij er psychisch aan onderdoor gaat.
Als ik Willem probeer uit te leggen dat hij niet de nobelprijs hoeft te winnen met zijn scriptie, kijkt hij me aan alsof ik hem zeg dat hij een drenkeling die voor zijn neus in nood is, niet hoeft te redden. Als ik hem zeg dat een voldoende goed genoeg is, loopt hij weg. Als ik hem zeg dat een scriptie niet het laatste is dat je kunt maken, wordt hij boos. “Als ík van alle mensen niet summa cum laude kan zijn,” zegt hij, “wat heb ik dan aan al dat geld, die intelligentie?”
Als het schip zo’n krachtige motor heeft, waarom moet het dan de Alpen niet op varen over land? Waarom zou het zich moeten beperken tot de zee?
Omdat je vanaf de top van de Alpen de maan beziet, Willem, en je afvraagt of je niet naar de ruimte kunt varen met je onkeerbare schip.