De zaak-Richard de Mos: ombudscorruptie op zijn Polderlands
Waarom Nederland zo kwetsbaar is voor corruptie, ook als Richard de Mos het heus niet meende allemaal (en de rechter mild oordeelt)
Nederland vindt zichzelf niet corrupt. Wij Nederlanders, wij zijn eerlijk, rationeel, transparant en ingebed in keurige structuren. Wij kloppen onszelf graag op de borst: corruptie, dat is voor verre, schimmige buitenlanden waar ze veel knoflook eten en waar de trein altijd te laat is.
Ons beeld van corruptie is banaal: dat je met wat smeergeld voorrang krijgt in een ziekenhuis of een hoger cijfer kunt fiksen voor je kind. Inderdaad is het niet zo gemakkelijk om in Nederland een postbode, een verpleegkundige, of een leraar om te kopen: kleine voordeeltjes koop je hier niet zo gemakkelijk. Daarom kloppen we onszelf ook graag op de borst in internationale corruptieonderzoeken, die ironisch genoeg gaat over hoe corrupt we ons voelen in plaats van hoe corrupt we zijn. Dan staat weer in de krant dat we niet corrupt zijn, en zo versterken we ons zelfbeeld als oncorrupte natie.
Toch klopt ons beeld niet met de werkelijkheid: grote schandalen bezoedelen ons verleden, zoals de grootschalige bouwfraude (die eigenlijk bouwcorruptie had moeten heten), het Lockheedschandaal, en recenter de zaken rondom Jos van Rey, Ordina en de aanbesteding van de aankoop van auto’s door de Nederlandse politie. Juist omdat we wegkijken van corruptie, loopt dit soort zaken te vaak met een sisser af, ook bij de terughoudende rechter. En als iemand wel echt wordt veroordeeld, zoals Jos van Rey, is hij er vol van overtuigd dat hij niks verkeerds heeft gedaan: netwerken moet toch juist zo? Vuistdiep in de maatschappij!
Bij ons zit de betonrot ingebakken in de bestuurscultuur. Baantjes en functies krijg je via-via, en donaties en fondsen spreek je hier af boven glazen wijn en in skyboxen. Netwerken wordt hier gezien als een kracht, niet als een zwakte in de integriteit van het openbaar bestuur. Invloed koop je met je charme, je gastvrijheid, je extraversie, en ja, ook je donaties.
Net als Van Rey is De Mos zich van geen kwaad bewust: zijn idee van ombudspolitiek is dat de bestuurder luistert naar de grieven van de individuele burger (of: ondernemer), en daarnaar handelt. De bestuurder is er niet voor zoiets vaags als de publieke zaak of mensenrechten of het ondernemersklimaat, maar voor de vergunninghouder van de strandtent, de eigenaar van de parkeergarage, de uitbater van de nachtclub.
Het enige probleem hiermee is, dat De Mos daarmee een bestuurder is die vooral toegankelijk is voor ondernemers die zijn aandacht willen, al dan niet middels donaties. En, deze is niet ingewikkeld: het kopen van macht is simpelweg corruptie. De rechtbank oordeelde anders, maar ik ben het niet met het oordeel van de rechter eens.
Ten eerste: volgens de rechter kan aan de ontvangende kant van het geld geen kwade bedoelingen worden toegekend als die er aan de gevende zijde niet zijn. Ten tweede: omdat de ontvangende partij geen individuen waren, maar de politieke partij, is het dus niet kwalijk, aldus de rechter. Alle andere tenlasteleggingen worden met het badwater weggesmeten.
Het eerste argument: het ontbreken van aantoonbaar kwade bedoelingen van de schenkers. Ik vind de rechter hierin volstrekt naïef: de ondernemers schonken de partij meer dan een ton, en onderhielden na de verkiezingen zeer nauw contact met de bestuurders van deze partij. Of er ten tijde van de donatie kwade bedoelingen waren, vind ik niet relevant. Als een paal boven water staat namelijk dat er wel degelijk invloed is proberen te kopen. Zo appt één van de ondernemers naar zijn eigen zus, die nota bene een zetel heeft gekregen na diens donatie: "Je weet dat er dertig mille door ons betaald is, dat die zetel van ons is."
Daarnaast vind ik kwade intenties aantonen niet zo relevant. Feit is dat de belangen van het dienen van de publieke zaak en de privébelangen van de ondernemers door elkaar gingen lopen toen de politieke partij zo afhankelijk werd van deze donaties. Dat had niet mogen gebeuren, kwade bedoelingen of niet. Dat een bestuurder dit had moeten weten, ook al was hij wellicht zelf naïef, is daarbij belangrijk: hij heeft willens en wetens meegedaan aan machtsbederf.
Het tweede argument, dat de politieke partij de ontvangende partij was en daarmee de goede bedoelingen zijn aangetoond, gaat (naar ik, niet-jurist, verwacht) in hoger beroep geen stand houden. Nederlandse corruptiewetgeving is een uitvloeisel van Europese richtlijnen, en die zijn expliciet over partijgiftcorruptie. De Nederlandse wet op transparantie van partijdonaties is nog maar enkele jaren oud, en het gevolg van druk vanuit de anticorruptiewerkgroep van Europa, GRECO. Dat de rechter daar in mentaliteit wat op achterloopt, doet daar niks aan af.
Een schandaal dat op andere schaal, in een ander land, een mooie voorafspiegeling is van de affaire-De Mos, is de Duitse Spendenaffäre, de roemruchte zaak die Helmut Kohls blazoen bevlekte. Het CDU, de Duitse christendemocratische partij, had onder andere forse donaties aangenomen en in schaduwboekhoudingen witgewassen. Toegegeven, deze zaak is nog veel omvangrijker: het betrof de landelijke partij die op dat moment regeerde, en het ging om miljarden Deutschmarks. Een deel hiervan was uiteindelijk weldegelijk zwart weggesluisd en op privérekeningen terechtgekomen. Toch lijkt de Spendenaffäre met de affaire-De Mos: invloed werd gekocht via partijkanalen, en deze invloed verliep via allerhande achterkamertjes. Anno nu hebben we in elk geval de sms’jes nog. En net als in Duitsland hoop ik dat er veroordelingen volgen. Niet omdat ik een hekel heb aan Richard de Mos - hij had immers schooldirecteur kunnen zijn, als hij het had geambieerd, en dat hebben we gemeen - maar om paal en perk te stellen aan het machtsbederf dat als betonrot in ons bestuur sluipt.
Is er invloed gekocht? Ja, er is zeker invloed gekocht: de betrokken ondernemers kregen bijvoorbeeld vergunningen die andere ondernemers niet kregen. Is het erg als dat via campagnedonaties gaat? Ook: ja, waarom het alleen corruptie zou zijn als De Mos er een eigen zwembad mee zou hebben aangelegd, snap ik niet. Het kopen van invloed is het kopen van invloed. Bovenal, is het openbaar bestuur beschadigd? Zeker: bepaalde ondernemers zaten zo dicht met hun handen in het bestuur, dat ze onevenredig veel invloed hadden op bestuurlijke beslissingen. Dat is machtsbederf en corruptie.
Het tegengaan van corruptie is een mensenrechtenzaak. Burgers - waaronder ondernemers - moeten kunnen rekenen op een gelijke behandeling, ongeacht hun donatiegeschiedenis. De ombudspolitiek is bij uitstek het tegendeel daarvan: door alleen te luisteren naar mensen die dicht bij je oor zitten, ben je uit de aard der zaak niet een dienaar van de publieke zaak, en daarmee van iedereen, maar van de luidste stem. Dat de luidste stem ook het diepst in de buidel heeft getast, maakt dat de bestuurders gebonden aan deze stemmen, al was het maar gevoelsmatig of zelfs onbewust. Ook dat is corruptie, en ook dat is een mensenrechtenschending.